Van het totaal aan Belgische kmo’s maakt minder dan een vierde deel reeds gebruik van cloud computing. Dit is gebleken uit een onderzoek waaraan 388 middelgrote en kleine Belgische ondernemingen hebben meegewerkt. Het is weliswaar opgevallen dat slechts 23 procent van de niet-gebruikers daar binnen de 2 jaren verandering ziet komen.
Het nieuwe onderzoek naar de kmo’s hun houding tegenover cloud computing is uitgevoerd door studenten van de Karel De Grote Hogeschool in Antwerpen. Er werden voor dit onderzoek wel 4500 bedrijven gecontacteerd, uit alle denkbare sectoren, maar slechts 388 gaven aan de uitnodiging een positief gevolg. De verdeling bestond uit 11 procent BXL, 78 procent VL en 10 procent WA.
Het onderzoek was in het kader van een afstudeerproject en werd door Microsoft besteld. De studenten hoopten daarmee meer inzicht te krijgen in de bekendheid van cloud computing bij de lokale kmo’s en inzicht in de marktpenetratie. Als omschrijving voor cloud computing schreven de studenten het volgende: ‘computing waarbij de software op een server draait die gelegen is in een extern datacenter, en via toestellen met een internetverbinding toegankelijk is.’ Hun omschrijving is niet onbelangrijk, want er zijn vele definities van de term, die steeds grotere ladingen dekt.
Van de kmo’s is 62 procent vertrouwd met de term ‘cloud computing’. Een tweede deel daarvan heeft ook een min of meer omschrijving voor de term net als hoe de studenten dat hebben gedaan. Van de kleine tot middelgrote bedrijven weet zo’n 38 procent met andere woorden nauwelijks waarover er gesproken wordt als de term cloud computing wordt aangehaald.
Er zijn maar 24 procent van de Belgische kmo’s die reeds gebruik maken van toepassingen die in de wolk draaien. Zesenzeventig procent wil zich liever afzijdig houden. Studente Ann-Sophie Coeman zegt: “Dat resultaat is toch wel opvallend, want om het zo te zeggen is onze generatie opgegroeid met de cloud. Wij plaatsen dikwijls informatie op websites zoals Dropbox en Hotmail en wij werken vaak samen aan projecten via Facebook. Al deze toepassingen draaien in de wolk.”
Veiligheid
De primaire reden om de cloud nog niet te gebruiken, draait rond veiligheid bij 21 procent en de andere reden is vertrouwen, wat geldt voor 14 procent. 5 procent van de totale kmo’s noemt als struikelsteen de al te grote afhankelijkheid van de internetverbinding. Hierover zei Walter Van Uytven, directeur van BeCloud bij Belgacom, met een glimlach: “Dit valt al bij al nog mee.” De studie werd overigens voorgesteld in de gebouwen van de grootste operator van België.
Kmo’s die de stap wel hebben genomen stellen e-mail (13 procent) en toepassingen voor databeheer (ook 13 procent) bovenaan het lijstje met software die al draait in de wolk. De top drie wordt vervolledigt met software om documenten te managen en uit te wisselen (8 procent). Van de bevraagde ondernemingen, stipt 22 procent de boekhouding en de ERP-systemen aan die nooit in de cloud mogen gaan. In de cloud staat wel 9 procent tegenover human resources management heel weigerachtig.
Dat slechts 23 procent van de niet-gebruikers van cloud computing binnen 2 jaar daarin verandering ziet komen, is nog steeds opvallend, want dat wil zeggen dat er nog werk is voor de cloudboeren en hun resellers. Marc De Swaef van Accel bevestigd dit met de woorden: “Kmo’s zijn helemaal nog niet bezig met de cloud; er is grote behoefte aan sensibilisering.”
Van Uytven is van mening: “De aangehaalde punten als risico’s zijn wel degelijk terecht, maar we kunnen inmiddels wel een solide antwoord formuleren op al de vragen. Zo zijn de grote aanbieders van de cloud wel veel beter in staat om datacenters te onderhouden en in veiligheid te voorzien dan de kleine kmo’s. Dit is een feit dan niet genoeg kan worden benadrukt.”
Verschil
De bedrijven in Wallonië nemen meer een afwachtende houding aan vergeleken met hun collega’s in Brussel en Vlaanderen. Coeman besluit: “Er wordt in Vlaanderen alleszins positiever gesproken over cloud computing dan in Wallonië. Brussel zit ergens tussen die twee.”